Wat is een geschil?

Er bestaat een belangrijk verschil tussen een klacht en een geschil. Niet ieder probleem dat zich voordoet, kunt u voorleggen aan de regionale geschillencommissie. Hoe dat zit, leest u hier.

Een klacht? Volg de klachtenprocedure

Als u een klacht heeft over de dienstverlening van uw woningcorporatie of over de wijze waarop u bent geholpen, volgt u eerst de klachtenprocedure bij uw woningcorporatie. Op de website van uw woningcorporatie leest u hoe u dat doet. Komt u er met de medewerkers van de woningcorporatie niet uit? Dan kunt u zich wenden tot de directeur van de woningcorporatie om een besluit te nemen over uw klacht.

Niet eens met het besluit? Dan is er een geschil

Bent u het niet eens met dat besluit? Dan spreken we van een geschil. Een geschil kunt u voorleggen aan de onafhankelijke regionale geschillencommissie. Let op: doe dit uiterlijk drie maanden nadat u van de woningcorporatie schriftelijk een besluit over uw klacht heeft ontvangen. 

Blijft een besluit uit? Ook dan kunt u naar de geschillencommissie

Is het meer dan vier weken geleden dat u de klacht bij de corporatie heeft ingediend en heeft u nog geen reactie van de leidinggevende of directeur ontvangen? En heeft de corporatie geen gegronde reden opgegeven voor het langer doen over de behandeling van uw klacht? Ook dan is er sprake van een geschil dat u kunt voorleggen aan de onafhankelijke regionale geschillencommissie.

Voorbeelden van geschillen

Een reparatieverzoek, vraag of klacht moet u eerst bij de eigen woningcorporatie indienen. Is de afhandeling niet naar tevredenheid? Dan kunt u de regionale geschillencommissie vragen een onafhankelijk oordeel te geven over de situatie. Enkele voorbeelden van geschillen:

  • het uitblijven van een toegezegde actie
  • het te traag ondernemen van een toegezegde actie
  • onvoldoende uitleg geven over beleid
  • onvoldoende uitvoering van het beleid
  • onvoldoende kwaliteit van verstrekte informatie
  • het niet nakomen van afspraken
  • onenigheid over feitelijke gegevens
  • gebrekkige inspraakmogelijkheden
  • geen inzage in stukken krijgen
  • slechte dienstverlening door medewerkers van de corporatie of door anderen die in opdracht van de corporatie werken
  • het niet nakomen van afspraken over samenwerking met bewonersgroepen
  • onvoldoende overleg met bewonersgroepen.